Logo Logo

CCS en de EU: Nederland koploper CCS?

  Terug naar overzicht

De Europese Unie wil in 2030 50 megaton minder CO2-uitstoot per jaar realiseren ten opzichte van 1990. Werk aan de winkel dus. Voor Nederland ligt in deze doelstelling een uitgelezen kans om zich te profileren als CCS-koploper binnen de EU.  

In dit tweeluik kijken we naar CCS in de EU. In dit artikel hoe en waarom Nederland CCS-koploper moet worden. Volgende week zetten we alle CCS-projecten in de EU op een rij.  

CCS, oftewel de ondergrondse opslag van CO2, is nodig om de Nederlandse en Europese klimaatdoelen te halen. In veel wetenschappelijke rapporten van onder meer het IPCC of het IBO Klimaat wordt een significante bijdrage aan CO2-afvang en opslag toebedeeld. Nederland heeft het voordeel dat er voldoende opslaglocaties zijn, zoals lege gasvelden op zee, terwijl er ook veel energie-intensieve industrieclusters zijn waar CO2 kan worden afgevangen. Doordat emitters en opslag geografisch dicht bij elkaar liggen, heeft Nederland een voordeel ten opzichte van andere landen. Dit maakt immers het transport van CCS makkelijker, goedkoper en beter voor het milieu. In Nederland worden daarom ook diverse CCS-projecten ontwikkeld zoals Porthos, Aramis en Noordkaap

Rol en belang van CCS 

Het belang van CCS werd dus eerder al becijferd door het IPCC en onderschreven door NGO’s Clean Air Taskforce (CATF) en Bellona Europa en het IBO Klimaat. Daarnaast beschrijft EBN in een whitepaper met bronnenonderzoek dat CCS veilig is. Deze techniek heeft dus enorme potentie om de EU verder te helpen in het behalen van klimaatdoelen.  

Is het de heilige graal? Nee. CCS is een transitietechnologie die nu kan helpen om de zware industrie minder uit te laten stoten en om blauwe waterstof te produceren. Om in de toekomst de klimaatklok terug te draaien zijn negatieve emissies nodig, ook daar kan afvang en opslag van CO2 een rol spelen. De uiteindelijke oplossing ligt in verdere elektrificatie van de industrie en de productie van groene waterstof. Helaas zijn deze oplossingen nog niet binnen handbereik en daarom moeten Nederland en Europa, om op korte termijn de klimaatdoelen te halen, gebruikmaken van technieken zoals CCS.  

Ondergrond: CO2 opslag onder de Noordzee 

De Nederlandse ondergrond en ligging maken ons land uitermate geschikt voor ondergrondse opslag van CO2. Als grootste producent van aardgas in de EU, is dit de mogelijkheid om ons land richting 2030 als CO2-specialist te positioneren.  

Jarenlang is er in Nederland Noordzeegas geproduceerd. Deze (deels) lege gasreservoirs kunnen we opvullen met CO2. Op die manier sluit je het hermetisch af onder dikke zout- en zandlagen. Binnen het Porthos-project is uitgebreid onderzoek gedaan naar eventuele risico’s van ondergrondse CO2-opslag en hoe deze te beperken of helemaal te vermijden. De conclusie: CCS kan veilig en efficiënt gebeuren.  

Infrastructuur en pijpleidingen  

Er zijn verschillende manieren om CO2 te vervoeren. Het kan vloeibaar worden gemaakt en vervolgens per schip naar een CCS-installatie gebracht worden. De tweede mogelijkheid, namelijk transport via een pijplijn, is veel klimaatvriendelijker. Niet alleen omdat de CO2 niet per boot vervoerd wordt, maar ook omdat de infrastructuur al bestaat. Leidingen die we in Nederland nu gebruiken voor het transporteren van aardgas voor huishoudens en de industrie, zijn met enkele aanpassingen goed te hergebruiken voor veilig CO2-transport. Hierdoor kan een groot deel via die leidingen worden getransporteerd, in plaats van via de scheepvaart. Ook is het dan mogelijk aansluiting te zoeken op de zware industrie in Noordrijn-Westfalen en de haven van Antwerpen.   

Direct afvangen dankzij geografische ligging 

CO2 kan direct afgevangen worden in Rotterdam, waar het via behandelinstallaties aan land naar zee wordt geleid om op te slaan. Daarbij liggen de industrieclusters rond Antwerpen en in het Ruhrgebied op een steenworp afstand. In deze driehoek bevindt zich de grootste concentratie energie-intensieve industrie in de EU. Denk hierbij aan metaal- en cementproducenten, die essentiële grondstoffen voor de energietransitie produceren. CCS in deze driehoek inzetten, betekent voor de EU het behalen van de klimaatdoelen.  

Omdat Carbon, Capture & Storage een tussenoplossing is, moet de industrie ondertussen op zoek naar manieren om te verduurzamen zonder CCS. CO2-opslag is dus een slimme tussenoplossing met snel resultaat. Daarbij liggen er niet alleen mogelijkheden op het gebied van opslag van CO2, maar kan afgevangen CO2 in de toekomst mogelijk als grondstof van bijvoorbeeld bouwmaterialen.  

Als grootste gasproducent van de EU is Nederland dus helemaal toegerust om de rol van CO2-opslag te vervullen.  

Waar staan we nu: Nederland en EU 

Het klinkt allemaal mooi, maar de huidige situatie is dat ondergrondse CO2-opslagprojecten in Nederland niet of langzaam van de grond komen. Zo ligt Porthos stil in afwachting van een stikstofuitspraak, terwijl het IBO Klimaat heeft geadviseerd dit soort CCS-projecten juist te oormerken als ‘van nationaal belang’. Ook de Europese Unie heeft Porthos als project van gemeenschappelijk belang benoemd. Dat betekent dat een stuk minder CO2-emissie opweegt tegen een relatief kleine hoeveelheid stikstofuitstoot.  

We moeten dus nu snel grote slagen maken door CCS toe te passen, zodat er veel minder CO2 in de atmosfeer komt. Dat begint met ingrijpen van het kabinet om projecten weer op de rails te krijgen. Daarbij is commitment en een gevoel van urgentie nodig van alle betrokkenen. Help de industrie daarnaast om zo snel mogelijk over te schakelen op waterstof, of waar mogelijk op elektriciteit. Alleen zo kan Nederland het volle CCS-potentieel benutten en als koploper te boek komen te staan in de EU. 

In dit tweeluik kijken we naar CCS in de EU. In dit artikel hoe en waarom Nederland CCS-koploper moet worden. Volgende week zetten we alle CCS-projecten in de EU op een rij. 

  • © 2024 Element NL